Prinsjesdag 2016: wat moet je weten?
Geplaatst op 20 september 2016
Het gaat goed met Nederland. Volgend jaar krijgen we het allemaal een beetje beter. Premier Rutte en minister van Financiën Dijsselbloem maakten een vrolijke boel van Prinsjesdag 2016, maar niet zonder kanttekening. De voorzichtige vooruitgang volgt immers op jaren van stevige bezuiniging en versobering. Wat moet je weten voor volgend jaar? Wij zochten het uit.
2017 is een verkiezingsjaar. Het kabinet wil graag een positief verhaal laten zien. Geen grote ingrijpende wijzigingen in de pijplijn dus. Wél: hogere toeslagen, hoger jeugdloon, minder belasting op spaargeld en het eigen risico op de zorgverzekering blijft gelijk, maar nog steeds onverminderd hoog.
Meer koopkracht voor werkenden
Het kabinet verwacht dat 90% van de huishoudens volgend jaar meer koopkracht heeft. Waar dat aan ligt? Voornamelijk invloeden die niet exclusief aan het kabinet zijn toe te schrijven. De lage hypotheekrente bijvoorbeeld. Die zorgt bij veel mensen voor lagere lasten waardoor ze meer geld te besteden hebben. De inflatie blijft ook laag, dus je euro uit 2016 verliest in 2017 nauwelijks waarde.
Meer toeslagen: voor zorg, huur en kind
Iedereen moet er volgend jaar een beetje op vooruit gaan. Om te zorgen dat ook lagere inkomens profiteren van de voorspoed, gaan in 2017 de toeslagen omhoog. Zorgtoeslag, huurtoeslag en het kindgebonden budget groeien. Hoeveel is op dit moment nog niet duidelijk.
Ouderen gaan volgend jaar minder belasting betalen. De heffingskorting die ouderen krijgen vanaf het jaar dat ze de AOW-leeftijd bereiken, wordt volgend jaar ruim € 200 hoger. In totaal trekt het kabinet 1,1 miljard euro extra uit voor de verhoogde toeslagen en de ruimere ouderenkorting.
Voor het eerst geen stijging van het eigen risico zorgverzekering
Het eigen risico op je zorgverzekering stijgt volgend jaar niet. Dat is voor het eerst sinds het eigen risico werd ingevoerd in 2008. Een lichtpuntje, maar wel een heel zwak lichtje. Het eigen risico steeg in 9 jaar tijd van € 150 per jaar tot € 385 nu. Voor mensen die structureel veel zorg nodig hebben is het jaarlijks nog steeds een forse kostenpost.
Het hoge eigen risico wordt een thema in de verkiezingsstrijd. Veel partijen hebben in hun verkiezingsprogramma het verlagen of zelfs afschaffen van het eigen risico opgenomen.
Jongvolwassenen gaan meer verdienen
De eerste stap om het jeugdloon af te schaffen wordt volgend jaar genomen. Tussen 2017 en 2019 krijgen jongeren steeds iets meer betaald, tot uiteindelijk in 2019 iedereen vanaf 21 jaar minstens het minimumloon verdient. Om te voorkomen dat er te grote salarisverschillen tussen de leeftijden ontstaan, wordt ook het minimale inkomen van 18-, 19- en 20-jarigen verhoogd.
Minder belasting op spaargeld voor kleine vermogens
De vermogensrendementsheffing krijgt een andere opzet. Hoe meer geld je hebt, des te meer ga je betalen. Tot € 100.000 wordt de belasting verlaagd, daarboven loopt het iets op. Omdat ook grotere vermogens meeprofiteren van de belastingverlaging voor de eerste € 100.000, ligt het omslagpunt pas rond € 310.000 voor koppels. Heb je meer aan spaargeld en beleggingen? Dan ga je volgend jaar meer betalen.
Het kan zijn dat er in 2018 opnieuw veel gaat veranderen met de spaarbelasting. Staatssecretaris van Financiën Wiebes heeft tijdens Prinsjesdag drie alternatieven gepresenteerd om in de toekomst alleen belasting te heffen over je werkelijke rendement. Wordt vervolgd dus!
Prinsjesdag 2016 is de officieuze start van de verkiezingscampagnes. Geen spannende nieuwe plannen en ontwikkelingen dus. Die blijven voorbehouden aan de eigen partijprogramma's. Maar ook zonder grote aanpassingen is het vooruitzicht positief. We gaan er op vooruit. Hoe in 2018 de inkomsten en uitgaven verdeeld gaan worden, zal ongetwijfeld veel interessanter zijn.